Storytelling

You’ll Always Find Your Way Back Home – A Christmas Carol (Part Two)

Het is vroeg in de ochtend. Iedereen die langs je heen loopt kijkt je nooit direct aan omdat ze zo gefocust zijn om het op bestemming aankomen. School, werk, een afspraak of misschien iets simpels als de sportschool of gewoon een bepaalde winkel. Ik kom aan bij het gebouw waar ik werk, de Skylight tower. Het is best een eer om je werk in deze wolkenkrabber te hebben aangezien het de hoogste is van heel New York. Gebouwd in 2180 en gelegen naast de Rockefeller center. Ik kom binnen en de beveiligers staan mij al tegemoet. Ik heb het na twee jaar voor elkaar gekregen dat die ene specifieke bewaker die altijd vlak naast de receptie staat mij een glimlach terug schenkt. Terwijl verschillende mensen in strakke pakken of moderne witte jassen langs zoeven, doorzoek ik mijn tas naar dat ene pasje. Net voor de poortjes weet ik hem te vinden en schuif deze door het apparaat. Twee melodische piepjes klinken door de speaker en de schuifdeurtjes glijden snel open. Er lopen veel mensen langs mij heen naar binnen en buiten. Ik loop naar de lift en kan mezelf nog net er tussenin proppen. Bij de 28ste verdieping stap ik uit. De liftdeuren gaan weer achter mij dicht en ik word omarmd door de rust die op mijn verdieping altijd aanwezig is. Het is namelijk alleen maar de professor en ik. Ik loop de gang door en stap een witte ruimte binnen. De werkruimte lijkt modern en netjes door de grote, platte computerschermen van glas en de high tech schermen aan de wanden. Schijn bedriegt want ook al is dit ook mijn kantoor, het is typisch het voorbeeld van de werkruimte van een chaotische professor. Op de tafels liggen overal boeken en stapels ongeorganiseerde vellen papier.
‘Goedemorgen professor Palanto,’ zeg ik vrolijk.
Een oudere man met een witte lab jas kijkt op van een van de schermen terwijl hij met zijn vingers over het scherm beweegt.
‘Fran, ik heb toch gezegd dat je mij gewoon Leo kunt noemen.’
‘Ja, dat heeft..’
‘En ook geen U.’ Leo kijkt met een waarschuwende blik over zijn bril heen.
Ik zet mijn tas op tafel en ga zitten.
‘Hoe gaat het met Jo?’
Ik kijk naar de professor.
‘Ik neem aan dat je daar gister was toch? Je had zo’n haast om de metro te halen. Je moest wel heel laat zijn geweest. Die metalen wormen zijn binnen 30 seconden in Brooklyn.’
‘Ja..ja. Het gaat goed. Heerlijk rebels, zoals altijd. Hoezo?’
Leo zijn vingers komen van het scherm af en hij speelt met een pen die hij in zijn andere hand vast heeft. ‘We zijn beiden werkzaam op een onderzoekslab van de zielen verwisselingen. Jij hebt die van jou al gevonden. Dus, ik heb je een tijdje geleden gepromoveerd naar proefkonijn.’
Ik begin te lachen en schud mijn hoofd. Ik pak mijn mobiel en bekijk de screen foto van Jo en mij. Het ziet er ongemakkelijk uit voor een ander omdat we op een afstand van elkaar staan. Maar voor ons is het al dichtbij genoeg.
‘Professor?’
De professor kijkt mij doordringend aan.
‘Leo,’ verbeter ik mezelf.
Leo knikt, gebaard mij verder mijn verhaal te vertellen en beweegt weer met zijn vingers over het scherm.
‘Denk je dat we meer dan één verbinding hebben?’
De professor kijkt weer op en zet zijn bril bovenop zijn hoofd. Hij loopt naar de tafel toe en gaat tegenover mij zitten.
‘Nou ik hoop het niet. Kan je eens indenken dat je per ongeluk tegen iemand opbotst op straat, je verwisselt en dan bots je weer tegen iemand op. Ik zou mezelf nog eens kwijt raken. Ik verlies mijn bril al te vaak. Over dat ding gesproken. Heb jij hem toevallig gezien?’
Ik wijs naar boven. De professor voelt op de bovenkant van zijn hoofd.
‘Oh, jeetje. Zie je nou!’
Ik lach. De professor kijkt schuldig en loopt terug naar zijn computerscherm. Ik pak een documentenmap van de stapel naast mij en sla deze open. De professor en ik werken verder in stilte.

Ik kom mijn appartement binnen. Ik druk op het lichtknopje en mijn modern, maar kleine huisje verschijnt. Ik zet mijn tas op het dressoir achter de bank. Het is altijd een verademing om thuis te komen. Hier waar alles opgeruimd is. Mijn oog valt op het fotolijstje. Ik pak het op. Mijn moeder, zusje en ik in Central Park. Ik voel een leegte in mijn buik. De feestdagen zijn zo zwaar zonder hen. Misschien als ze C-lijn echt eens gaan uitbreiden zou ik ze in Japan kunnen opzoeken. Ik zet het lijstje neer en plof op de bank. Ik beweeg met mijn vingers over de metalen afstandsbediening. Een grote tv verschijnt omlaag en gaat meteen aan. Even breindood tv kijken vanavond. De volgende ochtend houd ik een beker warme koffie vast terwijl ik de Skylight tower binnen loop. Ik zoek haastig naar mijn pasje in de chaos die mijn handtas is. Ik vis hem eruit, knik naar de beveiliger. Ik krijg een glimlach terug en het maakt mij altijd weer even blij. Ik ga door de poortjes en sluit aan bij de groep mensen die bij de lift staat te wachten. ‘Ik ben morgen weer thuis, lieverd. En dan gaan we naar de VR film, okay?’
Een man in een donkerblauw pak belt met zijn mobiel. Ik staar er naar. De man schudt even ongeduldig met zijn koffertje. ‘Dat weet je toch, lieverd. Papa moet hier zijn om centjes te verdienen. Dan kan hij nog zo’n mooie teddybeer voor jou kopen. Geef je mama even aan de telefoon?’ Het is een tijdje stil en de liftdeuren gaan open. Als een kudde schapen stapt iedereen naar binnen. Het is opnieuw propvol en ik raak al in paniek van de gedachten dat als we vast komen te zitten er niet genoeg lucht voor iedereen zal zijn. De man staat naast mij. Ik probeer onopvallend naar hem te kijken.
‘Ja, schat. Maar, ik ben toch elk weekend thuis? Het is heel belangrijk werk dat ik hier doe. Dat kan ik alleen hier in de stad doen. En het is trouwens te veel om vijf dagen zoveel te reizen. We bespreken dit morgen wel verder. Okay, hou ook van jou. Doei.’
Ik kijk snel weg wanneer hij zijn mobiel in zijn zak stopt. Op dat moment trilt die van mij. Ik vis hem uit mijn jaszak en zie dat Jo mij heeft gewhatsappt.
Heel erg druk in de zaak vandaag, kan je ook pas om 8 uur?
Prima, vandaag vrijdag. Ik wil straks weekend gebak.
De werkdag vliegt voorbij en ik loop richting de metro. Wanneer ik eenmaal voor Jo’s bakkerij sta in Brooklyn tuur ik door het raam. Er brandt geen licht. Ik klop op het raam. Jo komt al snel vanuit de keuken aanlopen en haalt de deur van het slot. Ze doet open, ik stap snel naar binnen en ze doet de deur weer dicht.
‘Hey,’ zeg ik.
‘Sorry dat je niet eerder kon komen dan dit walgelijke uur.’
Ik lach. ‘Geeft niet, het is nu toch weekend.’

We zitten in de keuken en Jo haalt verschillende taarten uit haar koeling.
‘Mijn nieuwe taarten zijn wel goed gelukt. Ik heb een drakenfruit met chocoladetaart en een limoen met basilicum taart gemaakt. Je wilt vast wel eentje proeven.’
‘Eentje maar?’ grapte ik.
‘Okay, van allebei een groot stuk. Dat is eigenlijk wat ik bedoelde.’ Jo rolde speels met haar ogen. Jo snijd vier stukken en zet van elke smaak taart een punt op een bordje en schuift die mijn kant op. Ik staar met hongerige ogen naar de taarten. Niet alleen weet ik dat ze heerlijk gaan smaken, maar ze zien er ook nog eens onwijs mooi uit. Echt als kunstwerkjes. Ik begrijp niet waar Jo die tijd vandaan haalt om zoveel gebak per dag te produceren. Fran en Jo zitten aan de keukentafel, drinken thee en eten de taart op.
Ik wil nog een paar happen nemen, gewoon omdat ze zo intens lekker zijn. Ik ben echter bijna misselijk. Als ik nog een paar happen neem komt alles er weer uit.
‘Heerlijk, Jo.’ Ik schuif het bordje van mij. ‘Maar ik zit zo vol.’
Jo lacht. ‘Dank je en dat snap ik.’
Het blijft een tijdje stil en ik speel wat met mijn kopje. Een laagje thee beweegt mee met de richting waar ik het servies op stuur.
‘Ik wil weg.’ De woorden verlaten mijn mond sneller dan ik dacht.
‘Oh, als je naar huis wilt moet je gewoon gaan, Fran.’ Jo staat op en wil de bordjes opruimen.
‘Ik bedoel helemaal weg,’ en ontmoet haar blik. Die staat niet begrijpend.
‘Weg van hier?’ Ze laat de bordjes los en leunt met haar handen op de rand van de tafel.
‘Ja.’ Ik staar terug naar mijn thee. ‘Ik heb dit leven nooit gewild.’
‘Maar je onderzoekt de meest geweldigste gebeurtenis van deze tijd! Je hebt zo’n unieke kans.’
Ik hoor geen verbazing in Jo haar stem. Het is eerder een gezonde vorm van jaloezie.
‘Dat vind jij.’ Zeg ik. Jo zakt terug op haar stoel. ‘Praat met me,’ zegt ze.
Ik nam een diepe ademhaal. ‘Ik deed het alleen zodat ik een goede toekomst voor mezelf had. Maar wat is een goede toekomst als je er totaal niet gelukkig mee bent? Ik wil gewoon weg, al is het maar voor even. Een andere plek op zoeken. Ik wil zo graag mijn familie ook weer opzoeken. Zeker met kerst op komst..’ Ik kijk naar Jo en een bezorgde blik staat op haar gezicht. ‘Fran, sorry. Ik wist niet dat je er zo over voelde.’
‘Het is niet jouw schuld. Ik ben blij dat tenminste een van ons, mijn beroep nog interessant vindt.’ We moesten er allebei even om lachen.
‘Je bent altijd welkom in mijn bakkerij.’
‘Om je keuken in de fik te steken? Het is lief van je. Maar, ik wil gewoon een ander leven.’
‘Het is dat ik je geen knuffel kan geven, maar..’
‘Ik weet het,’ en knikte dankbaar naar haar.

 

Lees het laatste deel op 23 december om 10:00.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *